Op dinsdag 23 juni 2009 werd een workshop georganiseerd met de leden van de werkgroep NLBH (
Biomassaforum/Agroconvenant) en
Amsterdam Consultants, in Chalet Helenaheuvel in Doorn.
In twee verschillende groepen is gesproken over de vraag welke ketens relevant zijn, welke eventueel gecombineerd kunnen worden en wat de mogelijke knelpunten zijn. Logistieke vragen die hierbij komen kijken hebben betrekking op het centraal of decentraal verwerken, het al dan niet gebruiken van tussenopslag en de mogelijke inzamelstructuur.
Uit de werkgroepdiscussies kunnen de volgende bevindingen en conclusies worden opgemaakt:
Algemeen:
- Er kunnen drie niveaus van verwerking worden onderscheiden:
1. Centrale verbranding, zoals in Alkmaar of Cuijk
2. Regionale verwerking, zoals in Beesterzwaag
3. Lokale verwerking door particulieren, boeren e.d.
- De koppeling met warmte levert veel rendementswinst op, dit kan vooral regionaal en lokaal voordelen opleveren.
- Overheidssteun is bij de huidige energieprijzen nodig, zowel voor wat betreft de investeringen als de exploitatie van bio-energiecentrales.
- De vrager bepaalt de logistieke keten, waarbij leveringszekerheid van groot belang is. Voor de biomassastromen uit bos en natuur geldt dat deze maximaal ca. 7 maanden per jaar beschikbaar komen, zodat tussenopslag nodig is om te kunnen bufferen.
- Voor wat betreft wet- en regelgeving geldt dat de flora- en faunawet van de randvoorwaarden bepaalt, terwijl milieuwetgeving niet duidelijk is over de status van biomassa. In sommige gevallen wordt dit als afval gezien. Indien biomassa als afval wordt beschouwd moet de logistiek anders worden opgepakt dan indien biomassa als product wordt beschouwd.
T.a.v. de logistieke ketens:
- De volgende ketens hebben een duidelijke relatie en kunnen mogelijk gecombineerd worden:
o Hout- en snoeiafval bos
o Biomassa natuur en landschap
o Snoeiafval infrastructuur
o Snoeiafval stedelijk groen
Voor gemeentes is het interessant om hun groenafval als biomassa af te voeren, waarbij de kosten echter niet hoger mogen zijn.
- Daarnaast zijn er combinaties mogelijk bij het groenafval van consumenten en de land- en tuinbouw, alsmede bij de ketens van resthout en gebruikt hout.
- Voor de inzameling van hout- en snoeiafval in het bos is een andere logistiek interessant, gebaseerd op het versnipperen en laten drogen in het bos. Dit vraagt wel een andere oogstmethode en communicatie met boseigenaren en –gebruikers.
- Voor de kleine bos- en landeigenaren is samenwerking nodig om de inzameling goed te organiseren. Ook verdient het de voorkeur als met bijvoorbeeld Staatsbosbeheer samengewerkt kan worden.
- Naast hout- en snoeiafval zijn er ook een groot aantal andere biomassastromen uit natuur en landschap (maaisel, plagge, ruigte, kraggen) die al dan niet gecombineerd ingezameld moeten gaan worden om de vereiste hoeveelheid biomassa voor energieopwekking te genereren. De logistieke structuur van deze inzameling is nog niet ontwikkeld. Tijdens de workshop zijn deze stromen niet uitgewerkt en vormen derhalve een aandachtspunt voor het vervolg.
M.b.t. de regionale aanpak en het vervolg:
- Ofschoon er geen grote logistieke knelpunten te verwachten zijn, is aandacht voor de logistieke consequenties van de nieuwe biomassastromen toch vereist vanwege:
o De omvang van de stromen (4 miljoen ton per jaar)
o De diversiteit en complexiteit van een aantal van de stromen
o De afstemming tussen aanbod en vraag (seizoensinvloeden, mix van product)
o De mix tussen decentrale en centrale verwerking en eigen productie versus import
- Samenwerking tussen kleine eigenaren van bos en land is nodig, waarbij zoveel mogelijk met de grotere partijen (SBB, NM e.d.) moet worden opgetrokken om schaalvoordelen te bereiken.
- Een sluitende exploitatie is niet mogelijk, subsidies zijn in de huidige markt noodzakelijk. Logistiek is daarbij een belangrijke kostenpost. Door middel van pilots kan nagegaan worden welke logistieke oplossingen het beste voor specifieke stromen en partijen geschikt zijn. Wanneer dit op decentrale verwerking gericht is en er mogelijkheden zijn voor combinatie van stromen, zijn dergelijke pilots interessant voor een regionale benadering vanuit partijen als het platform Agrologistiek of Duurzame Logistiek.